kerk1

Deze kerk was oorspronkelijk in bezit van de Nederlandse Hervormde Gemeente Oud Avereest/Balkbrug. Na de fusie met de Gereformeerde Gemeente in Balkbrug spreken we van de Reestkerk.

Deze werd gebouwd door aannemer/molenbouwer Lubbers uit Meppel en werd in november 1852 in gebruik genomen.

De consistoriekamer werd in 1873 aangebouwd. De oorspronkelijke toren moest in 1874 worden vervangen. In de toren bevindt zich een luidklok van brons uit 1698, gegoten door K. Wegenwart te Kampen.

Een tweede klok uit 1638 is in de laatste wereldoorlog verdwenen. Klik hier voor aanvullende informatie over de luidklok door dhr. Kuipers, klokkendeskundige.

Van Loo orgel

Het orgel, gebouwd door de Zwolse orgelbouwer Jan van Loo als één klaviersorgel is van 1867. In 1903 werd een tweede klavier ingebouwd. In 1981vond een grondige restauratie plaats. Het front is nog steeds in de originele staat. De vazen op het orgel zijn een schenking van Mr. C.W. baron van Dedem, burgemeester van en notaris in Avereest van 1838 tot 1851. De preekstoel is waarschijnlijk tijdens de. bouw van de kerk geplaatst.

In 1974 werd de kerk grondig gerestaureerd. De twee bijbels zijn van 1662 en 1718.

Deze kerk is de derde generatie uit een kerkenfamilie, die haar oorsprong had in de dertiende eeuw. U zult zich misschien afvragen waarom dit kerkje hier in dit natuurgebied is gebouwd. Om hierop een antwoord te krijgen gaan wij terug in de tijd, terug naar de dertiende eeuw, naar de tijd dat hier in dit Reestgebied de kerkbouw begon.

Bisschop van Utrecht

Deze landstreken werden in die tijd bestuurd door de bisschop van Utrecht. Een bisschop had naast geestelijke ook wereldlijke macht en was vaak iemand uit een adellijke familie die door deze familie werd voorgedragen en tevens de taak kreeg een gedeelte van het familiebezit te beheren. Begin van de dertiende eeuw was bisschop Otto aan de macht.

In Coevorden en Groningen had hij de beheerstaken toevertrouwd aan enkele familieleden. Een foute keuze, want deze familieleden kwamen met de Drenten in opstand tegen de macht in Utrecht.

De bisschop trok met een leger op tegen de Drenten maar ging ten onder in het Drentse moerassige veengebied. Ook de bisschop sneuvelde. Een monument je bij het dorpje Ane herinnert nog aan dit historische feit uit 1227.

Nieuwe landbouwtechnieken

In de elfde en de twaalfde eeuw was de ontwikkeling van de agrarische gebieden in Europa o.a. door het beschikbaar komen van nieuwe landbouwtechnieken op gang gekomen.

Deze ontwikkeling volgend was het klooster van Ruinen zich in de twaalfde eeuw gaan bemoeien met het ontoegankelijke gebied langs de Reest. Om het beter bewoonbaar te maken werd o,a. de afwatering aangepakt. Maar er gebeurde meer.

Zo werd in opdracht van de bisschop van Utrecht, opvolger van de gesneuvelde Otto het Benedictijner Mariënklooster of Zwartewaterklooster bij Hasselt gebouwd.

Dit klooster kreeg twee taken. Het moest dienen als bidplaats voor de gesneuvelden in de slag bij Ane maar kreeg tevens de opdracht in het Reestgebied kerken te bouwen in het tegenwoordige Rouveen, IJhorst en Oud Avereest.

De slag bij Ane is dus mede van invloed geweest op de kerkbouw in dit Reestgebied. Hier werd voortgezet wat in noord Drenthe al in de 10de en 11 de eeuw was begonnen.

Het is niet duidelijk waar in dit gebied de eerste kerk is gebouwd.
Akkerman, pastoor in Dedemsvaart omstreeks 1930, beschrijft in zijn boekje “De kerk van Avereest” de geschiedenis van zijn parochie, die volgens hem begint bij de kerk in Oud Avereest. Hij noemt als bouwjaar 1236.

Kerk eerst in Ijhorst

Ten Kate veronderstelt echter in een publicatie in het tijdschrift van de Historische Vereniging Avereest van 1993 dat de bouw van de eerste kerk in dit gebied niet plaatsvond in Oud Avereest maar in het tegenwoordige IJhorst. Het eerste kerkje in Avereest zou zijn gebouwd omstreeks 1280. Beide auteurs gaan uit van een ligger afkomstig uit het Zwartewaterk1ooster, die vermeldt dat: “Bisschop Otten in 1236 aan de luden de restina ghegunt to tymmeren kerken in welken sie sullen ontfangen die sacremente der hilligher kerken, ende is getymmert op onses cloisters grunt”.

Pastoor Ákkerman neemt aan dat met Restina, ook wel Restura of Resten, het latere Oud Avereest wordt bedoeld en dat de kerk bedoeld in de ligger is gebouwd in Oud Avereest. Hij redeneert vanuit de Drentse kant van de Reest. Voor hem als R.K.pastor misschien niet zo vreemd omdat Ruinen in de dertiende eeuw een belangrijk klooster was.

Restina

Ten Kate maakt aannemelijk dat met Restina het gehele gebied langs de Reest wordt bedoeld en verdeelt dit gebied in een benedenloop (het tegenwoordige IJhorst) en een stroomopwaarts gelegen gedeelte (Oud Avereest). Verder stelt hij dat met “onses cloisters grunt’ bezittingen van het Zwartewaterklooster worden bedoeld. Uit lijsten van bezittingen uit 1602 blijkt dat dit klooster wel bezittingen had in het tegenwoordige IJhorst maar niet in het tegenwoordige Oud Avereest.

Hij neemt aan dat er tussen 1200 en 1600 geen veranderingen van bezittingen hebben plaatsgevonden. Op grond van deze gegevens concludeert hij dat de eerste kerk in dit gebied is gebouwd in IJhorst en de kerk in Oud Avereest daarna, rond 1280. Maar het definitieve bewijs kan ook hij niet leveren.

Het eerste kerkje moet van hout zijn geweest want steen werd in die tijd alleen gebruikt voor gebouwen met een verdedigende functie. Verschillende keren werd het gebruikt als onderkomen voor soldaten of was het doelwit van plunderingen door Spaanse troepen die in Ommen waren gelegerd.

Tijdens de bouw van de Ommerschans werden weer soldaten in de kerk gelegerd. Het eerste kerkje heeft het tot 1635 uitgehouden.

In dat jaar werd de tweede kerk, nu van steen, gebouwd.Beide kerken stonden iets noordelijker op de verhoging die nog waarneembaar is op de naast de kerk gelegen begraafplaats. Deze kerk was in 1672 het doelwit van plunderingen door troepen van de bisschop van Munster, beter bekend als Bommen Berend en diende ook vaak als onderkomen voor soldaten.

Bij deze kerk stond een klokkenstoel waarin de klokken hingen die later zijn overgebracht naar de in 1852 gebouwde kerk.

Zuidwolde

Zo zijn wij van het moerassige gebied uit de dertiende eeuw, de opstandige Drenten en een roerige geschiedenis van haar voorgangers terechtgekomen bij de kerk in Oud Avereest in het prachtige natuurgebied van de Reest, nu de scheiding tussen Drenthe en Overijssel.

Deze provinciale scheiding is geen kerkelijke scheiding. Door de eeuwen heeft een gedeelte van het tegenwoordige Drentse dorp Zuidwolde behoord tot de kerkelijke gemeente Oud Avereest.

Was het bij de stichting van de eerste kerk duidelijk dat de kerk in Avereest het hele gebied moest verzorgen, ook na de reformatie is er een band blijven bestaan tussen een gedeelte van Drenthe en de kerk van Oud Avereest. In zijn boek “Zuidwolde zoals het was” (l997) vermeldt Huizing dat in 1636 aan inwoners van Bazuin, liggend in de gemeente Zuidwolde, werd opgedragen roggepacht te betalen aan de armvoogden te Avereest. En in 1709 werd door een diaken van de Pieperij als diaken “van de Riesten aan de Drentsche kante” aan de kerk van Zuidwolde gevraagd een schepel rogge te betalen uit goederen van een inwoner van Drugt.

Ook nu behoort een stukje van de gemeente Zuidwolde nog tot de PKN gemeente Oud Avereest-Balkbrug.